vrijdag 1 mei 2009

Pas op met je oren

Tegenwoordig ben ik heel voorzichtig met mijn oren. Want ik speel muziek. En daarom ben ik, een tijdje geleden alweer, op bezoek gegaan bij mevrouw de audicien, die oordoppen voor mij zou gaan maken. Oordoppen waarmee mijn oren niet meer kapot kunnen gaan.

Vroeger was het een meneer, een vriendelijke. Nu dus een mevrouw, een orenmevrouw die maar ietsje ouder was dan ik. En ze was ook al zo aardig. Ze had al een trouwring om – dat vond ik jammer, maar vooruit, op de dag voor Valentijnsdag – want dat was het – hoor je mij daarover niet mopperen.

Eerst pakte de mevrouw een ding, en daarmee keek ze in mijn oren. Nou behandel ik ze niet slecht, en dus grapte ik: ziet het er goed uit? Ik zie er graag goed uit, ook in mijn oren.

De mevrouw zei: maar er zit wel een prop in. Ga ermee naar de dokter, die weet raad.

Bij de dokter zeiden ze: je moet een afspraak maken en dan kun je pas over twee weken komen; maar je kunt ook een spulletje kopen en dan kan het vanzelf overgaan. Toen ging ik naar de apotheek. Ik kocht het spulletje en rende naar huis. Ik deed drupdrupdrup in mijn linkeroor. Nu zou alles snel over zijn, dacht ik.

In mijn linkeroor klonk een geluid. Een plop. En dat was meteen het laatste geluid dat ik de komende twaalf uur zou horen. Mijn oor zat helemaal dicht. Van binnen dan, van buiten zag je niks.

Toen liep ik met een half doof hoofd rond.

Die middag ging ik naar school. Toen we met z’n allen zongen, kon ik de mensen links van mij niet horen. Ik hoopte dat ik de auto’s, fietsers en treinen links van mij nog wel op tijd zou kunnen zíen. Anders zou ik verdrietig moeten worden.

Een dag later heeft de dokter mijn linkeroor weer goedgemaakt; toen ik vertelde wat er was gebeurd kon ik extra snel komen. Nu hoor ik weer alles – en zelfs meer! Er zijn hoge tonen bijgekomen. En oh ja, de irritante, extra lage brom van de airco op mijn werk, die hoor ik nu ook. Niemand die 'm hoort. Maar ik wel. Ik hoor 'm nog net.

Daar ben ik dus wel twaalf uur doof voor geweest. Wat kan het leven verrassend zijn, nietwaar? Om goed te kunnen horen moet je dat eerst eventjes helemaal niet kunnen! Je moet het maar verzinnen.

Nou ja, ik hoop maar dat mijn oordoppen snel klaar zijn. En dat ik dan nooit meer doof hoef te zijn. Dan is alles toch nog niet voor niks geweest!